Kosten energietransitie tussen €2 en ruim €3 miljard in 2030

De meerkosten van de energietransitie bedragen in 2030 tussen € 2 miljard en ruim 3 miljard per jaar. Dat illustreert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in een update van de ‘Nationale kosten klimaat- en energietransitie’ die als basis geldt voor de lopende gesprekken over een nieuw Klimaatakkoord. Aan de hand van 6 ‘illustratieve pakketten’ verkent het PBL verschillende reductieopties en de kosten daarvan per sector en per pakket.

In april 2017 heeft PBL, in samenwerking met Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN), een notitie uitgebracht over mogelijkheden om emissies van broeikasgassen in Nederland te verminderen in 2030, en over de kosten die daarmee gemoeid zijn. Op verzoek van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat heeft PBL een update van die notitie gemaakt.

Illustratieve pakketten emissiereductie bekeken

Ter illustratie is een aantal maatregelpakketten geanalyseerd waarmee Nederland waarschijnlijk het doel van 49% emissiereductie in 2030 kan bereiken. De pakketten houden op verschillende manieren rekening met kostenefficiëntie. Zo zijn er ‘statisch kostenoptimale pakketten’ bekeken, waarmee tegen de laagste kosten het tussendoel in 2030 wordt gerealiseerd. Daarnaast zijn ‘transitiepakketten’ bekeken die ook maatregelen omvatten die op de korte termijn tot 2030 nog niet nodig zouden zijn voor het halen van het tussendoel, maar die wel nodig zijn voor een verdergaande kostenefficiënte transitie na 2030.

In alle beschouwde pakketten realiseren de elektriciteitssector en de industrie de grootste emissiereducties ten opzichte van het referentiescenario. Bij de elektriciteitsopwekking leveren de sluiting van kolencentrales en de inzet op meer hernieuwbare elektriciteitsproductie de grootste bijdrage. Bij de industrie komen de grootste bijdragen van het afvangen en opslaan van CO2 en, in de transitiepakketten, van meer elektrificatie in de industrie.

Bij het verkeer (mobiliteitssector) zijn de reducties een gevolg van een sterke groei van volledig elektrische auto’s, energiebesparing en invoering van een kilometerheffing bij vrachtverkeer. In de transitiepakketten wordt bij het wegverkeer ook meer biobrandstof bijgemengd dan in de statisch kostenoptimale pakketten.

In de gebouwde omgeving worden in de transitiepakketten extra maatregelen genomen om het gasgebruik te verminderen. Bij landbouw en landgebruik zijn reducties van de emissies van methaan en lachgas belangrijk, naast inzet op geothermie in de glastuinbouw. Ook zijn er relatief goedkope opties om emissies uit landgebruik te verminderen.

Nationale kosten van pakketten

De nationale kosten van de statisch optimale pakketten liggen op ruim € 2 miljard per jaar. Dit zijn meerkosten ten opzichte van de kosten en besparingen die al in het referentiescenario worden gerealiseerd. Daarbij is uitgegaan van een referentiescenario zonder verdere openstellingen van de regeling Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE+-regeling) na 2019. Ten opzichte van deze referentie is een verdere toename van hernieuwbare energie onder de SDE+ weer zichtbaar als emissiereductieoptie zodat het mogelijk is dit te vergelijken met andere opties. De meerkosten voor de meer transitiegerichte pakketten om een 49% reductie te realiseren bedragen ruim € 3 miljard per jaar.

De pakketten zijn indicatief en illustratief. Niet alle denkbare emissiereductieopties konden in beeld gebracht worden, en voor alle sectoren zijn nog verdergaande emissiereducties mogelijk.