Tweede fase Klimaatakkoord: naar concrete afspraken

Het kabinet heeft zijn standpunt bepaald over de klimaatvoorstellen die het Klimaatberaad op 10 juli presenteerde. In het standpunt geeft het kabinet de richting aan van het Klimaatakkoord, en hoeveel politieke ruimte en geld daarvoor beschikbaar zijn. De partijen aan de klimaattafels gaan zich nu buigen over hoe dit kan worden benut om de afspraken uit te werken.

Minister Wiebes staat twee journalisten te woord
Beeld: ©EZK
Minister Wiebes van EZK geeft een toelichting aan de pers op het standpunt van het kabinet over het Klimaatakkoord

29 onderwerpen

In een brief aan minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat legt voorzitter Ed Nijpels van het Klimaatberaad uit hoe het proces moet verlopen. De tweede fase van de onderhandelingen zal gebeuren aan de hand van 29 onderwerpen. Deze onderwerpen heeft het Klimaatberaad bepaald samen met de betrokken ministeries (Economische Zaken en Klimaat, Binnenlandse Zaken, Infrastructuur en Waterstaat, Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit). Deze 29 onderwerpen moeten de partijen verder uitwerken om tot een Klimaatakkoord te kunnen komen waarmee in 2030 49% minder CO2 wordt uitgestoten.

Dat zijn soms onderwerpen die kunnen worden behandeld aan één sectortafel, maar vaak zijn verschillende sectortafels bij een onderwerp betrokken. Voor twee werkgroepen (biomassa en ruimte) ligt het initiatief bij het Rijk. Er komt ook een taakgroep voor onderwerpen die alle tafels aangaan: naast Arbeidsmarkt en Scholing, en Financiering, nu ook een voor Innovatie.

“Het voortouw voor de onderhandelingen ligt bij de sectortafels. In het Klimaatberaad zorgen de tafelvoorzitters voor een goede onderlinge afstemming. Het Klimaatberaad ziet toe op een goede voortgang en bewaakt de onderlinge samenhang,” aldus voorzitter Ed Nijpels van het Klimaatberaad in zijn brief.

Concrete afspraken

De onderhandelingen moeten concrete afspraken opleveren. De afspraken moeten gaan over de (technische) maatregelen, de (beleidsmatige) instrumenten, wet- en regelgeving, financiering, bijdragen van de verschillende partijen en een planning. Het resultaat daarvan is een concept-Klimaatakkoord tussen Rijk, mede-overheden, maatschappelijke organisaties, vakbonden en het bedrijfsleven. De planbureaus beoordelen dat concept op of het doel daarmee bereikt wordt, welke effecten dat heeft voor de begroting en de kas van de overheid, kostenefficiëntie en lasten- en inkomenseffecten voor burgers en bedrijven. Dan kunnen partijen ook hun achterban raadplegen en kan het kabinet een besluit nemen over het Klimaatakkoord.

In november komt Nijpels ook met een voorstel over de borging van de afspraken.