Draagvlak cruciaal voor transitie

Breed draagvlak is cruciaal om de energietransitie te laten slagen. De impact op de samenleving is groot. Dat vraagt om brede steun in de samenleving om de noodzakelijke veranderingen ook vorm te geven. “Zonder draagvlak is energietransitie en doodgeboren kind”, stelde Ed Nijpels op 11 april 2018 in de Tweede Kamer. Als voorzitter van het Klimaatberaad informeerde hij daar de Kamerleden.

Als theoretisch voorbeeld noemde hij de omslag in de industrie. Als het grote chemische complex bij Geleen helemaal op duurzame stroom gaat draaien is er een heel tracé nodig voor de hoogspanningsleiding. Die loopt vanaf een windpark in zee naar diep in Limburg. Vanwege veiligheidsvoorschriften vraagt zo’n stroomsnelweg veel ruimte. Die schaarse ruimte in Nederland is dan niet voor andere dingen te gebruiken. “De keus voor de ene maatregel heeft gevolgen op andere terreinen. Daarom is draagvlak en samenhang nodig voor de keuzes die gemaakt worden.”

Bijeenkomsten in het land

Voor dat draagvlak is het brede Klimaatberaad van groot belang hield hij de Kamer voor. Daarin zitten uiteenlopende organisaties met brede vertakkingen in het land. Dan gaat het om de milieubeweging, een jongerenorganisatie, lagere overheden, vakbonden en werkgevers.
Maar ook de vijf onderhandelingstafels zijn druk om ideeën en opvattingen uit de samenleving bij hun besluitvorming te betrekken. Daarnaast komen er ook nog diverse bijeenkomsten in het land om in gesprek te gaan over de transitie.

Koopkracht is van de politiek

De Kamer vroeg duidelijk aandacht voor een eerlijke verdeling van de lasten. “De vervuiler betaalt is het eerlijkste principe hiervoor”, aldus Nijpels. Hij verzekerde dat de klimaatonderhandelaars geen afspraken over inkomenspolitiek maken. “Dat gebeurt jaarlijks is in de Trêveszaal als het kabinet weet wat de maatregelen op alle beleidsterreinen betekenen voor de koopkracht. Koopkrachtplaatjes is het terrein van de politiek.”

Regels zitten in de weg

Om de samenhang te waarborgen hebben ook thema’s die voor alle onderhandelaars van belang zijn een plek in het proces. Er is een werkgroep die in beeld brengt wat de kansen en bedreigingen voor werkgelegenheid zijn. Dit gebeurt onder leiding van SER-voorzitter Mariette Hamer. De financierbaarheid van de transitie wordt onderzocht in de taakgroep onder leiding van APG-topman Gerard van Olphen. Aan elke tafel zit een deskundige om de consequenties voor ruimtelijke ordening in beeld te brengen. Ook wordt overkoepelend gekeken naar innovatie en naar wetten en regels die de transitie in de weg staan. “Het APG financiert in Vlaanderen dat er op alle schooldaken zonnepanelen komen. De investeerder wil dat met zijn pensioengeld ook graag in Nederland doen. Maar dat mag niet vanwege onderwijswetten.

Snel akkoord op hoofdlijnen

Voor de zomer moet er een akkoord op hoofdlijnen liggen. Na de zomer heeft het planbureau voor de leefomgeving (PBL) dan doorgerekend of de voorstellen ook leiden tot 49 procent CO2-reductie. De rest van het jaar worden dan de details uitgewerkt. Begin 2019 moet het akkoord in werking treden.