Sleutel voor duurzame wijkwarmte: grootschalige opslag

Zonne- en windenergie zijn niet altijd beschikbaar zijn als wij dat willen. We weten al een tijd dat opslag dé manier is om deze energie toch altijd voorradig te hebben. Maar commerciële oplossingen voor energieopslag op grote schaal zijn er nog maar weinig. Het bedrijf Ecovat verkoopt opslagvaten voor water van 90 °C, goed voor zo’n duizenden woningen per systeem. Het echte geheim van het bedrijf? “We kijken naar alle onderdelen van de warmte in een wijk,” zegt directeur Aris de Groot. “Dus huisisolatie, het warmtenet, de bronnen, de opslag, het hele ontwerp en de ICT, de financiering en de organisatie. Pas als je dat allemaal kunt aanbieden schiet de bewoner er wat mee op.”

15.000 wijken

Er zijn in Nederland pakweg 15.000 wijken en wijkjes die in de komende dertig jaar allemaal aardgasvrij moeten worden. Voor elk van die wijken maken gemeentes in het komende jaar een ‘wijkaanpak’: welke wijk komt wanneer aan de beurt om duurzame warmte te krijgen, en hoe gaan de wijkbewoners profiteren? Dat is een hele klus, waarvoor ook veel energie uit zon en wind gebruikt zal worden. En dus is opslag belangrijk.

Het hart van Ecovat is een groot (30 meter doorsnee en 30 meter diep), goed geïsoleerd en meestal ondergronds vat voor warm water. Het warme water kan verschillende duurzame bronnen hebben: bijvoorbeeld zonnecollectoren, aardwarmte, en ook warmtepompen die draaien op windenergie. Soms hebben de omliggende gebouwen en huizen meer warmte nodig dan die bronnen direct kunnen leveren, bijvoorbeeld tijdens de ochtend- of avondpiek op een dag, op een koude dag in de week, of in de winter. Op die momenten levert het vat de duurzaam opgewekte warmte uit voorraad. Het systeem is zo geoptimaliseerd dat meer dan 90% van de opgeslagen zomerse warmte nog beschikbaar is in de winter.

Beeld: ©Ecovat
De prefab-elementen van het Ecovat, tientallen meters hoog en diep, staan klaar voor verscheping.

Naar de beurs

Na een geslaagde uitgebreide test in Uden (2016) hebben Ecovat en partners tussen 2015 en zomer 2019 gewerkt aan de realisatie van een eerste commercieel project in Het Dorp (Arnhem). Daar is de warmtevoorziening in opdracht ontworpen voor 500 woningen plus kantoren. Mooi eerste project, zou je zeggen. Maar tegelijk maakt het project de hindernissen duidelijk. Aris de Groot: “Het project is tussentijds, buiten ons om, gewijzigd naar 250 woningen. Dat heeft consequenties, dus staat het project tijdelijk stil.”

Het weerhoudt De Groot er niet van met zijn bedrijf richting te houden op de gestelde doelen. “Overwinnen van problemen op weg naar zo’n echt schoon energiesysteem is onderdeel van het proces. Een aantal jaren geleden heb ik mijn architectenbureau verkocht en ben nu zeven jaar bezig met Ecovat. Het vat heeft zijn werking bewezen, Ecovat is naar de beurs, en we onderhandelen nu over een stuk of twintig projecten, in binnen- en buitenland.”

Denken in systemen

Maar dan wel steeds op die integrale manier. “We kijken achter de voordeur, de verwarming en de isolatie in huis, want dat is het startpunt. Maar op een gegeven moment loont het niet meer om verder te isoleren. Dan kijk je naar het energiesysteem in de wijk.”

In Heerlen bijvoorbeeld heeft Mijnwater een slim warmte/koude-netwerk ontwikkeld. Daarbij  worden onderlinge overschotten en tekorten eerst binnen groepen woningen uitgewisseld, voordat energielevering uit het Ecovat aan de orde komt. “Die aanpak levert ook voordeel voor het nationale energiesysteem. Als wij de warmtesystemen in de wijken goed ontwerpen, mét opslag, zijn er minder centrales nodig als achtervang, als de zon niet schijnt en de wind niet waait.”

Potentieel

Het potentieel is enorm, alleen al in Nederland. De Groot: “Er bestaan zo’n twintig verschillende types wijken, en op zeven daarvan is de Ecovat-aanpak van toepassing. Dan gaat het vooral om bestaande huizen, redelijk geïsoleerd, vanaf de jaren ’70 en ’80 en jonger, minimaal een B-label, maar ook voor gestapelde bouw en nieuwbouw is het systeem bijzonder rendabel. Wel heb je een bepaalde minimale projectomvang nodig. Voor oudere en vooroorlogse woningen zijn andere oplossingen mogelijk beter.”

Intussen ziet De Groot zijn ‘integrale aanpak’ ook terug in de afspraken van het Klimaatakkoord. “Elektriciteit uit zon en wind en de warmtevoorziening voor woningen en gebouwen waren onderwerpen aan twee verschillende tafels. Maar we leren steeds beter in integrale oplossingen te denken voor gas, elektra én warmte. Warmte is tenslotte vaak 70% van de energierekening. Ik zie deze integrale aanpak bijvoorbeeld terug in Transform, een samenwerkingsverband van vier grote gemeenten langs de IJssel. Al zullen de meeste gemeenten alle hulp nodig hebben bij een goed ontwerp van de wijkaanpak.”

Beeld: ©Ecovat
Oprichter en bedenker Aris de Groot van Ecovat (links) bij de notering van zijn bedrijf aan de Npex beurs.

Enkele gegevens

  • Het Ecovat is een ondergrondse opslag, inclusief sturingssoftware en dienstverlening, minimaal 30 meter in doorsnee, 30 meter diep.
  • Ecovat: circa 10 eigen medewerkers en 15 “netwerkers”
  • Vestigingsplaatsen o.a. Veghel, Oss, Deventer, Den Haag en Genk (Be).
  • Demonstratiepilot in Uden (2016).
  • Genoteerd aan de Npex-beurs.

Andere Aanpakkers

Dit is een aflevering in de serie Aanpakkers, die het verhaal vertelt van koplopers in allerlei sectoren. Veel bedrijven, organisaties en mensen thuis zijn al bezig met het beperken van hun CO2-uitstoot. Met soms verrassend simpele oplossingen of juist hightech uitvindingen, en alles er tussen in.

En zij plukken daar nu al de vruchten van.