Webinar: De circulaire economie staat aan vooravond van een inhaalslag

In 2050 moet de Nederlandse economie volledig circulair zijn. Maar in de praktijk én in het beleid is de vooruitgang nog maar pril. Met het klimaat zijn we al veel verder. Maar de inhaalslag is aanstaande, denkt Sandra Onwijn, afdelingshoofd circulaire economie bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat: “De komende vier jaar gaan we de grote slag slaan in de circulaire economie. De partners zijn er klaar voor, en we haken graag aan bij het klimaatbeleid.”

 

Beeld: ©Het Klimaatakkoord

Het jonge Coalitieakkoord staat vol van circulaire economie, volgens het kabinet komt er ‘een ambitieus klimaatdoel voor de circulaire economie’. Maar het webinar ‘Klimaat en circulair; synergie en spanning’ (zo’n 500 kijkers) laat zien dat er nog veel vragen en wensen zijn. Zo onbreken nog middelen (dus het geld), zegt Onwijn. En er is nog een andere brug te slaan, want ‘circulaire economie’ en ‘klimaat’ zijn verschillende thema’s. Soms werken ze dezelfde kant op, soms zijn er tegengestelde belangen. Ter bevestiging van dat verschil: de thema’s zijn ook nog eens ondergebracht bij verschillende ministeries: I&W en Economische Zaken en Klimaat. 

Kader

De circulaire economie, zo legt onderzoeker Maikel Kishna van het Planbureau van de Leefomgeving PBL uit (zie ook de presentatiesheets), gaat over het zo efficiënt mogelijk inzettenb van grondstoffen. Dat dient naast een minder warm klimaat ook de biodiversiteit, een schoner milieu en een grotere leveringszekerheid van grondstoffen. In de praktijk betekent dat: minder of efficiënter produceren, een langere levensduur van producten, zo veel mogelijk recyclen en vervangen van schadelijke grondstoffen door vriendelijkere stoffen.

Vele voorbeelden passeren de revue tijdens het webinar, met soms een tegenstelling tussen 'circulair’ en ‘klimaat’. Een koelkast die elke paar jaar een upgrade krijgt in plaats van een vervanging. Een kapotte koptelefoon waarvan je alleen het kabeltje hoeft te vervangen. Een recyclebare lift die zwaarder uitpakt, waardoor de uitstoot aan CO2 in de gebruiksfase toeneemt. Een brug waarvan het beton ooit weer elders kan worden gebruikt. Plastic afval dat wordt omgezet in maagdelijke grondstoffen voor nieuwe plastic producten (en nog een keer, en nog een keer). En duizenden andere producten. Dat helpt soms de CO2-uitstoot omlaag, maar lang niet altijd.

Beeld: ©Klimaatakkoord.nl / Klimaatakkoord.nl

Dwang

Maar hoe kom je bij zo’n circulaire economie, die geen grondstoffen diep uit de grond meer nodig heeft en waar mensen ‘spullen’ veel minder aanschaffen of langer gebruiken? De zogenoemde ‘R-ladder’ is dan een goede leidraad. Daarin zitten bijvoorbeeld de R van Repareren of Recyclen, maar die staan nog maar halverwege de ladder. Bovenaan staan het voorkomen van grondstoffengebruik (‘Refuse’) of tenminste minder gebruiken (‘Rethink’).

Die ladder kan je het beste toepassen op groepen van producten, zeggen de onderzoekers. “Op dat niveau kan je bepalen wat je wil bereiken in de komende jaren,” zegt Kishna. Zijn collega Corjan Brink vult aan: “Je kunt beleid maken op die productgroepen, ongeveer zoals we dat ook met klimaatbeleid hebben gedaan. Stimuleren en faciliteren, maar ook beprijzen en normeren. Dus de overheid moet ook echt dwingen. Pas dan kunnen we een 50% circulaire economie in 2030 halen, en 100% in 2050.”

De tijd is rijp

De tijd lijkt rijp voor volgende stappen in het circulair maken van de economie. Dat mag je onder andere concluderen als Stichting Natuur en Milieu (Jelmer Vierstra) en de chemische industrie (Martijn Broekhof) bijna hetzelfde zeggen: “Het gaat om een enorme systeem- en cultuurverandering bij bedrijven en consumenten, in de hele keten, nationaal en internationaal.”

Waarna natuurlijk toch ook weer een tegenstelling opduikt, als Vierstra het aanbod van de industrie om in te zetten op ‘chemische recycling’ beantwoordt met: “We zullen de industrie nodig hebben. Maar als het goed is zullen we dan ook minder industrie nodig hebben. We willen niet overal grote recyclefabrieken of grootschalig gebruik van grondstoffen in nieuwe brandstoffen.”

Tegelijk wijst Broekhof op de noodzaak om niet alleen naar de schoorsteen van de fabriek te kijken, maar naar de hele keten. “Zo’n 40% van de CO2 komt uit de schoorsteen, 60% exporteren we in onze producten. Dus kijk niet alleen naar de voorkant (de industrie), maar ook naar de achterkant (het gebruik en het afval). Daarin kunnen wij met chemische recycling een rol spelen. We halen daarmee koolstof terug, voor nieuwe basischemicaliën en nieuwe producten. Maar de huidige subsidieregelingen zijn daar nog niet voor geschikt, net zo min als voor het gebruik van biogrondstoffen.”

Systeemfouten

Het webinar laat zien dat de praktijk van de circulaire economie vaak oploopt tegen de beperkingen van de huidige systemen. Neem bijvoorbeeld Ton van Giessen, CEO van Van Werven Recycling, die schreeuwt om plastic afval: “Nederland verbrandt nu jaarlijks honderdduizenden tonnen plastic in de afvalverbranding. Wij kunnen dat omzetten in grondstoffen die de plasticindustrie niet kan onderscheiden van de grondstoffen die nog gemaakt worden uit aardolie! De fase van de plastic bermpaaltjes zijn we al ver voorbij. Maar wij moeten 60% van onze 150.000 ton plastic jaarlijks uit het buitenland halen!”

Nog zo’n fout in het systeem, constateert Jelmer Vierstra: “Biomassa brengt nu alleen maar op voor het klimaat als je het verbrandt voor energieopwekking. Terwijl je biomassa toch eerst moet gebruiken als grondstof, en zelfs dan alleen als sluitstuk voor een duurzame productie.”

Kosten zijn soms een andere belemmering. Met elke trede omhoog op de R-ladder lijken de kosten toe te nemen. “Rijkswaterstaat is voor wegen, bruggen enzovoort grootverbruiker van grondstoffen. Voor het emissieloos maken van asfalt zijn we al 100 miljoen Euro per jaar kwijt,” zegt Frederieke Knopperts. “Maar het goede nieuws is dat wij als opdrachtgevers goed samenwerken met onze ketenpartners, en soms al te horen krijgen dat we best wat sneller naar circulair kunnen gaan.” En, lachend: “Als we dat vervolgens doen, gaan we soms weer té hard.”
 

Synergie

Het webinar ‘Klimaat en circulair’ toont ook een ingewikkelder wereld, waardoor verschillende werelden aan elkaar moeten worden geknoopt. Salomé Galjaard van de gemeente Amsterdam: “De circulaire economie is heel breed, gaat dwars door alle portefeuilles van het college van burgemeester en wethouders heen. Het zou mooi zijn als we juist die ketensamenwerking gaan subsidiëren, in plaats van al die aparte puzzelstukjes.”

Dat maakt goed overleggen en nadenken over te nemen acties noodzakelijk. Maar er zijn in elk geval een paar no-regret maatregelen die ook het klimaat zullen helpen, denkt hoogleraar Energie en Grondstoffen Ernst Worrell van de Universiteit Utrecht: “Prioriteit is: we moeten ons belastingstelsel vergroenen: arbeid minder belasten, grondstoffen en vervuiling meer. En extra beprijzen van grondstoffen is nodig. Die keuzes moeten we nú maken om in te toekomst circulair te kunnen worden.”